Quantcast
Channel: Literaire kunst – ZICHTBAAR ALLEEN
Viewing all 92 articles
Browse latest View live

Oervader van de Slampoëzie

$
0
0

Bertsolari

.

Van Paul Van Cappellen kreeg ik een tip over Fernando Aire Etxart of Xalbador (1920 – 1976). Deze Xalbador is één van de beroemdste Bertsolari van Baskenland. Een Bertsolari is vernoemd naar de Bertso.

De bertso of bertsu is een geïmproviseerd lied of rijmend vers dat wordt gezongen of gedeclameerd door de zogenaamde bertsolari. Deze  kunst dateert uit de 18e  eeuw. Hoewel ook aanwezig en in andere regio’s, wordt deze vorm van poëzie vooral in het Baskenland beoefend.

De bertsolari vormt zijn prestatie (individueel of in een duo) als een soort collectief proces samen met het publiek. Deze vorm van improvisatie is een behendigheidsspel waarin  herinneringen worden gecombineerd met de reacties van het publiek. Een soort verbaal steekspel. In die zin zou je het als een voorloper kunnen zien van de poetry slam

Xalbador was , zoals gezegd een van de beste en beroemdste. In de jaren 60 stond hij 3 keer in de top 3  van het kampioenschap van Donostia (San Sebastian) en in de jaren 70 won hij verschillende prijzen zoals de Prijs Xempelar (4 keer) en Prijs Txirristaka (3 keer). Naar aanleiding van zijn dood schreef De auteur en songwriter Xabier Lete in 1978 het gedicht/lied ‘Xalbadorren heriotzean’ (Na de dood van Xalbador), een van de bekendste gedichten/liederen van Baskenland.

.

Na de dood van Xalbador

Er was een  diepe en gevoelige vriend
veranderd door de vleugels van de poëzie
door de wormen voortgekomen uit een diep gevoel van binnen.

Een zanger die plaatsen bereisde, rillend van eenzaamheid
die geleerd had op een harde manier, woorden bescheiden te weven,
uit de onvergankelijke waarheid van zijn innerlijk.

(Refrein)
Waar ben je, waar zijn je weilanden
herder van Urepel  ?
jullie die zijn gevlucht
naar de zijkanten van de berg,
en in herinnering in het geheugen blijven. (Herhaling)

U schreef het lied van het afbreken van barrières
ernstig op zoek
naar vrijheid,  voorbij de banden en de beperkingen van het lichaam.

het transformeren van je laatste adem in de diepere,
hevige kreet van ondoorgrondelijke waarheden

die nooit kan worden uitgedrukt.

Waar ben je …

.

(zeer vrije vertaling van mijzelf)

.

Xalbadorren heriotzean

Adiskide slaat bazen Orotan Bihotz bera,
Poesiaren hegoek
Sentimentuzko bertsoek antzaldatzen zutena.

Plazetako Kantari bakardadez Josia,
Hitzen lihoa iruten
Bere barnean irauten oiñazez IKASIA, IKASIA.

(Errepika)
Nun Hago, zer larretan
Urepeleko artzaina,
Mendi hegaletan gora
Oroitzapen den gerora
Ihesetan joan hintzana. (Bis)

Hesia urraturik libratu huen kanta
Lotura guztietatik
Gorputzaren mugetatik aske senditu nahirik.

Azken hatsa huela bertsorik sakonena.
Iñoiz esan ezin Diren
Estalitako egien oihurik bortitzena, bortitzena.

Nun Hago …

.

                                                                                                                                     Foto: Juan San Martin


Het gedicht is een bericht

$
0
0

Roteb, Rotterdam

.

Vanaf 1988 worden in Rotterdam op huisvuil- en veegwagens, regels van gedichten van dichters van over de hele wereld geplaatst. Het initiatief hiertoe kwam van Hans Abelman van het Centrum voor Beeldende Kunst van de Rijnmond.

Het eerste gedicht (of regel van een gedicht) was ‘Het gedicht is een bericht’ van Jules Deelder. In 1996 kwam er een bundel uit (een samenwerking van Roteb en Poetry International) met de volledige gedichten van al deze regels. Een bonte verzameling Nederlandse en internationale poëzie, verzen en versjes, geïllustreerd en mooi vormgegeven.

Uit deze bundel koos ik boor het gedicht van György Dalos uit Hongarije ( A felháborodáshoz iparengedély kell) in een vertaling van Andras Vigh getiteld ‘Mijn status in de staat’.

.

Mijn status in de staat

.

1

Voor verontwaardiging

heb je een bedrijfsvergunning nodig

Voor pessimisme

een douanestempel

En zelfs van de zelfmarteling

worden procenten afgetrokken

.

2

Ik ben

als een ontwikkelingsland

Bevrijd maar armzalig

leef ik van leningen

Ik verwacht niet veel van de toekomst

maar heb haar ook niet te duchten

.

3

Sinds twee jaar

leef ik zonder werk

Ik schaam mij

als ik bedenk

dat ze terecht jaloers op me zijn –

de straatvegers met hun vaste inkomen

en de vuilnismannen in hun onwankelbare status

.

Directory

$
0
0

Conceptuele poëzie

.

Omdat ik een stuk las over conceptuele kunst en poëzie ging ik op zoek naar vormen van conceptuele poëzie. Op de website https://www.poetryfoundation.org kwam ik een bijzondere vorm tegen van de conceptuele dichter Robert Fitterman (1959).  Fitterman schreef vele boeken over conceptuele poëzie waaronder bundels met intrigerende titels als  ‘No. Wait. Yep. Definitely Still Hate Myself’, ‘Holocaust Museum’ en ‘I Love You Forever, No Matter’.

Het gedicht ‘Directory’  is een doorlopend onderdeel van het epische Metropolis-gedicht van Robert Fitterman, dat het consumentistische stedelijke landschap door middel van de gevonden taal onderzoekt.  Een directory van een niet bij naam genoemd winkelcentrum, aan elkaar gelust met poëtische zorg voor vorm, metrum en geluid. Fitterman’s namenlijst van bedrijven in een winkelcentrum lijkt net zo verdovend, dood en saai te zijn als de winkelcentrum-ervaring zelf, waarbij hij de waarheid uitdrukt in de non-expressiviteit van zijn taalkundige onderwerp.

.

Directory
.

Macy’s                               Hickory Farms

Circuit City                         GNC

Payless ShoeSource                   The Body Shop

Sears                                Eddie Bauer

Kay Jewelers                         Payless ShoeSource

GNC                                  Circuit City

LensCrafters                         Kay Jewelers

Coach                                Gymboree

H&M

RadioShack

Gymboree                             The Body Shop

Hickory Farms

Coach

The Body Shop                        Macy’s

Eddie Bauer                          GNC

Crabtree & Evelyn                    Circuit City

Gymboree                             Sears

Foot Locker

Land’s End

GNC                                  H&M

LensCrafters                         Kay Jewelers

Coach                                Land’s End

Famous Footwear                      LensCrafters

H&M                                  Eddie Bauer

Cinnabon

LensCrafters

Foot Locker                          RadioShack

GNC                                  GNC

Macy’s                               Sears

Crabtree & Evelyn                    Crabtree & Evelyn

H&M

Cinnabon

Kay Jewelers

Lands’s End

.

Woorden temmen

$
0
0

Een recensie

.

De bundel, of moet ik zeggen het boek ‘Woorden temmen’ van Kila en Babsie heeft als ondertitel ‘Poëzie ontdekken, zelf gedichten schrijven met Kila&Babsie op elk moment, waar dan ook’. En ik kan jullie nu al verklappen; daar is geen woord van gelogen. Kila van der Starre (1988) en Babette Zijlstra (1988) vormen samen het dichtersduo Kila&Babsie. In 2005 vonden zij elkaars als dichters tijdens een poëzieproject en sindsdien hebben ze al vele podia veroverd en is hun manier van performen of voordragen bekend geraakt als stereopoëzie waarbij zij beurtelings en door elkaar praten en hun woorden en zinnen elkaar overlappen.

Kila van der Starre is mij vooral bekend van haar geweldige project Straatpoëzie waarbij zij poëzie in de openbare ruimte in kaart heeft gebracht in Nederland en België met behulp van een heleboel ijverige bijdragers (waaronder ook ik).

Maar nu dus het boek ‘Woorden temmen’. In dit boek willen ze de lezer laten kennismaken met 24 van hun lievelingsgedichten, willen ze de lezer laten zien hoe je gedichten kan lezen, hoe je er over kan nadenken, wat je ermee kan doen en hoe poëzie je kan inspireren tot het schrijven van gedichten. Als je zoiets leest denk je in eerste instantie nog: dat is een heleboel voor 1 boek. Na het lezen van het boek kan ik volmondig beamen dat deze inleiding helemaal accuraat is. Het is alsof Kila&Basbsie mijn lievelingsboek hebben geschreven voordat ik met dit blog begon.

Over heel veel van de onderwerpen die ze in het boek behandelen, daar heb ik over geschreven op dit blog. Herkenning dus gekoppeld aan een interessante kijk op poëzie, intrigerende gedichten als voorbeelden, tips (lees-, luister- en kijktips) en bij elk gedicht een stukje lees, doe, denk, schrijf, weet en meer.

In zekere zin deed het boek me een beetje denken aan het Kwadraats Groot Literair Lees Kijk Knutsel en Doe Vakantieboek uit 1993 van Ronald Giphart maar dan op het gebied van de poëzie. Op een heel speelse en creatieve manier bezig zijn met poëzie. Een onderwerp waarvan nog steeds veel mensen denken dat het ingewikkeld is. Kila&Babsie bewijzen in dit boek dat dat het helemaal niet is of hoeft te zijn. Dit is het boek dat elke docent Nederlands in zijn of haar kast zou moeten hebben staan. Als je de jeugd bekend wil maken met poëzie op een speelse, verrassende, intelligente en moderne manier dan hoef je alleen maar de voorbeelden uit dit boek te volgen. Kila&Babsie maken het lezen en het gebruik van dit boek tot een groot plezier.

Als ik een favoriet stuk uit dit boek zou moeten noemen (wat moeilijk is want het geheel bevalt me zeer!) dan is het denk ik de rubriek ‘Meer’. Daar geven Kila&Babsie de tips om verder te lezen, te luisteren en te kijken, te ontdekken en brengen ze je op ideeën. De allerlaatste quote op de achterflap van dit prachtige boek luidt: Echte poëzie kan communiceren voordat ze wordt begrepen’ van T.S. Elliot. Wil je een handje geholpen worden bij dit begrip dan is dit boek een absolute aanrader, wil je gewoon verwonderd worden, verrast, onderhouden of gevoed worden lees dan dit boek. Of beter koop het! Dan kun je er op elk gewenst moment op terug vallen.

In eerste instantie dacht ik nog; Wat een vreemde vorm heeft dit boek, helemaal niet handig voor in de boekenkast, tot ik erin aan het lezen was, toen  viel me op dat het de vorm van een boek heeft, opengeslagen zoals je zelf een opengeslagen boek zou tekenen. Verantwoordelijk hiervoor zijn De Vormforensen (Annelou van Griensven en Anne-Marie Geurink).

Een van de lievelingsgedichten van het duo dat wordt besproken in dit boek is het gedicht ‘dordrecht 25 november 1963′ van C. Buddingh’. Kila & Basie schrijven hierover in de inleiding: “Dit gedicht heeft samen met het werk van Buddingh’s collegadichters een boel stof doen opwaaien toen het gepubliceerd werd, want is dit wel een gedicht? C. Buddingh zag eens een brief van de oudercommissie van school liggen en werd gefascineerd door de tekst. Hij bracht regelafbrekingen aan, maar veranderde niets aan de tekst zelf. En opeens was de brief een gedicht”. Een ready made dus eigenlijk naar aanleiding van de moord op J.F. Kennedy.

.

dordrecht 25 november 1963

.

l.s.
wegens de gebeurtenissen in amerika
gaat de ouderavond vandaag niet door
de avond wordt nu gehouden
op maandag 9 december (over veertien dagen)
ook weer in de meerpaal
om acht uur
de oudercommissie

.

 

 

 

PoeTree

$
0
0

Guelph

.

In het zuid-oosten van Canada ligt het stadje Guelph. Ik had er nog nooit van gehoord maar het is een stad met een universiteit en het telt zo’n 120.000 inwoners. In november 2017 werd door Shawn Desouza-Coelho bedacht en geplaatst op het terrein van de universiteit. The PoeTree, is een kunstmatige boom in een grote pot waaraan draad bungeld aan de takken versierd met knijpers, waar mensen die langs lopen gedichten aan kunnen bevestigen of vanaf meenemen. Soms zijn de gedichten geschreven door volkomen vreemden en andere gedichten zijn bestaande gedichten die men aan de boom heeft toegevoegd.

De gedichten zijn lang, kort, eenvoudig en complex, in diverse stijlen en in meerdere talen. Er zijn gedichten bij die beginnen met ‘Het gras is groen, de lucht is blauw …’. En er zitten gedichten tussen die gaan over eenzaamheid en wanhoop. Maar ze zijn allemaal vrij om mee te nemen of mensen kunnen een lessenaar in de buurt gebruiken om hun gedicht te schrijven en deze voor iemand anders in de boom achter te laten.

Desouza-Coelho, die meer van dit soort PoeTrees in de Greater Toronto Area plaats, spreekt van een groot succes. “Het was geweldig om te zien hoe mensen gedichten met elkaar uitwisselden en de contacten die de mensen met elkaar legden rondom de boom”. “het kan gaan over innerlijke beroering of om uiterlijke oppervlakkigheid, het maakt niet uit, alles is goed”.

Dit project is gebaseerd op het motto van ‘community is the answer’, zegt Desouza-Coelho hierover. “Ik ben er stellig van overtuigd dat we uiteindelijk een punt zullen bereiken dat we weer met onze buren moeten praten en dit is een perfecte basis daarvoor. “Als de boom eenmaal is omringd door mensen, is het geweldig om te zien hoe ze met elkaar omgaan en die ruimte met elkaar bewonen.”

Het uiteindelijke doel is om een ​​PoeTree te plaatsen in een permanente ruimte, of meerdere ruimtes. Hij wil ook een jaarlijkse bloemlezing maken van gedichten die mensen achterlaten, waarbij de verkoop van de bloemlezing wordt teruggesluisd naar de gemeenschap waar The PoeTree stond.

.

Caedmons Hymn

$
0
0

Oudste Engelse gedicht

.

Cædmon’s ‘Hymn’ is een kort Oud Engels gedicht geschreven door Caedmon, een herder die niet kon schrijven of lezen maar die in God’s eer dit ‘lied’ zong waarbij hij deze woorden gebruikte. Het werd ‘geschreven’ of opgeschreven tussen 658 en 680 en is het oudste vastgelegde Engelse gedicht. Het is ook het oudste voorbeeld van een allitererend Germaans gedicht. Het gedicht gaat over de kerstening van Anglo-Saxisch Engeland.

Deze ‘Hymn’ is de enige compositie die bekend is van Caedmon. Het was een gezongen versie die later werd behouden doordat anderen het opschreven in niet minder dan 19 kopiëën en manuscripten.

In het Østre Anlæg, een park in Kopenhagen staat het Statens museum voor kunst. In dit museum kwam ik het onderstaande schilderij tegen van de Deense schilder Skovgaard, die een schilderij heeft gemaakt naar aanleiding van een hervertelling  door ene Grundtvig van dit oudste Engelse gedicht. Hieronder de ‘Hymn’ hertaald naar het moderne Engels ( door A.Z. Foreman) en in het Oud Engels.

.

Cædmon’s Hymn to God

Hail now the holder of heaven’s realm,
That architect’s might, his mind’s many ways,
Lord forever and father of glory,
Ultimate crafter of all wonders,
Holy Maker who hoisted the heavens
To roof the heads of the human race,
And fashioned land for the legs of man,
Liege of the worldborn, Lord almighty.

Het origineel in oud Engels

Nū sculon heriġean heofonrīċes weard,
Meotodes meahte ond his mōdġeþanc,
weorc wuldorfæder, swā hē wundra ġehwæs,
ēċe Drihten, ōr onstealde.
Hē ǣrest sceōp eorðan bearnum
heofon tō hrōfe, hāliġ Scyppend;
þā middanġeard monncynnes weard,
ēċe Drihten, æfter tēode
fīrum foldan, Frēa ælmihtiġ.

.

UbuWeb.com

$
0
0

Visuele poëzie

.

Van Kila van der Starre (van o.a. straatpoezie.nl en het geweldige boek ‘Woorden temmen’ kreeg ik een tip over een website met allerlei bijzondere vormen van poëzie. Deze website http://www.ubu.com staan vele verwijzingen naar websites die zich met avant-garde kunst bezig houden of hielden. Zeer de moeite waard om daar eens een bezoekje aan te brengen. Uiteraard ben ik vooral (maar niet exclusief) geïnteresseerd in de avant-garde poëzie.

Een mooi voorbeeld vond ik onder ‘Visual poetry’ en dan onder Poor.Old.Tired.Horse. Daar zijn vele voorbeelden te vinden van avant-garde visuele poëzie. Vanwege het ongrijpbare en kortstondige karakter van concrete en visuele poëziepublicaties, is er een waargenomen gebrek aan innovatie in het genre. Zonder te worden blootgesteld aan radicale praktijken, artistieke precedenten en innovatieve modellen, grijpen concrete dichters te vaak terug naar vertrouwde en bekende waarden en onbetwistbare vormen. Poor.Old.Tired.Horse van Ian Hamilton Finlay verscheen tussen 1962 en 1968 en is één van de meest invloedrijke en belangrijke magazines op het gebied van de visuele poëzie. Finlay (1925-2006) zou in zijn latere leven overigens afstand nemen tot deze vorm van poëzie. 

Verschillende beroemde dichters en kunstenaars hebben gepubliceerd in de Poor.Old.Tired.Horse zoals Kurt Schwitters, Paul Celan en Robert Simmons. Hieronder twee voorbeelden van dichters die publiceerden in de Poor.Old.Tired.Horse.

 

At the lion’s roar

the deer cannot hold still.

Hyenas sniff the air.

ART CAN FULFIL.

 

Kurt Schwitters

 

E

.

the

dawn with its (as music)

.

odor of sun and white mer

(casts) maid lips begonia woven

(gladly

.

madness over i suppose mad people

who)

tugs at my chest hair

.

darling

(were trying to elude who by

swallowing their skulls like a pill

.

) i think

you have given me a little brother

for sleep

.

Piero Heliczer

.

Eerste tranen

$
0
0

Jean Cocteau

.

Een van de meest invloedrijke en belangrijke Franse all round kunstenaars (hij was filmer, schrijver, dichter, ontwerper, kunstenaar en toneelschrijver) is Jean Cocteau (1889 – 1963) of Jean Maurice Eugène Clément Cocteau zoals zijn volledige naam luidde. AllMovie, een invloedrijke website over films en cinema noemde hem de meest invloedrijke filmmakers van de avant-garde beweging. Maar Jean Cocteau schreef ook poëzie, veel poëzie, in 51 jaar maar liefst 21 dichtbundels. Hoewel Cocteau dus sneller met films en zijn werk La Vox Humaine wordt gekoppeld is zijn poëzie dus ook zeker een rode draad die door zijn hele leven loopt.

In 2003 verscheen bij Athenaeum-Polak & Van Gennep een vertaalde bundel van hem getiteld ‘Gedichten’ in een vertaling van Theo Festen. Uit die bundel het gedicht met de originele titel ‘Premières larmes’ of zoals het in de vertaling heet ‘eerste tranen’.  In dit gedicht komt goed naar voren wat de avant-garde beweging inhield. Avant-garde betekent letterlijk voorhoede of voorstuk. In de avant-garde beweging zaten mensen die experimenteel, radicaal of onorthodox zijn met betrekking tot hun kunst, de cultuur of de samenleving. Deze beweging wordt ook wel gekenmerkt door niet-traditionele, esthetische innovatie en aanvankelijke onaanvaardbaarheid.

.

Eerste tranen

.

Een dahlia       dat is diep gebogen

na de regen

de telefoon

opgehangen

.

laat het avontuur mislukt achter

.

Zware spons mijn hoofd

over de leuning van de overloop

.

De sproeier draait achtjes voor het rode gordijn

de leuning ontsteekt de gouden plooien

.

Wat een regen van doffe tranen

gezwollen ogen van de gymnasiast

die zijn tong uitsteekt

over het purperen schoonschrift

van de dahlia wirwar van 8en

.


De taal is het voertuig van de geest

$
0
0

Driek van Wissen

.

In het eind van de jaren ’80, begin jaren ’90 van de vorige eeuw was voormalig dichter des vaderlands Driek van Wissen (1943 – 2010) regelmatig te zien en te horen bij het radio- en televisieprogramma Binnenlandse zaken van de TROS. In de rubriek ‘Kritiek van Driek’ liet hij op onnavolgbare en creatief-humoristische wijze zien hoe bijzonder de Nederlandse taal is met de openingszin: De taal is het voertuig van de geest, maar ons Nederlands is wel een krakende wagen geworden. Waarna hij een onderdeel van de taal behandelde (bijvoorbeeld de trappen van vergelijking, de verbindings-s, maar ook werkwoorden als zoeken, vinden, plaatsen en zetten) en liet zien hoe ongelofelijk inconsequent onze taal eigenlijk is.

Ik herinner mij dat ik altijd uitkeek naar dit item, Driek met zijn semi voorname voorkomen (ik denk dat het de strik was), met zijn specifieke manier van praten en dictie deed mij altijd (glim) lachen om onze taal. Later toen hij dichter des vaderlands wilde worden heeft hij slim gebruik gemaakt van zijn populariteit uit die tijd. In januari 2005 werd hij tijdens ‘De avond van het gedicht’ gekozen tot Dichter des Vaderlands, als opvolger van Gerrit Komrij en de Dichter des Vaderlands ad interim Simon Vinkenoog. Zijn uitverkiezing werd voorafgegaan door een intensieve campagne, geleid door Jean Pierre Rawie, een goede vriend van van Wissen. Tijdens de campagne deelde Van Wissen balpennen uit met een gedicht erop.

In het dagelijks leven was Van Wissen van 1968 tot 2005 als docent Nederlands in Hoogezand. Hij beëindigde zijn loopbaan in het onderwijs toen hij Dichter des Vaderlands werd. Voor zijn gehele oeuvre op het gebied van het light verse kreeg de dichter in 1987 de Kees Stip Prijs van het tijdschrift De Tweede Ronde. Van Wissen publiceerde ook onder het pseudoniem Albert Zondervan, dat hij deelde met Jean Pierre Rawie. Van Wissen schreef meestal in sonnet- en snelsonnetvorm. Daarnaast bediende hij zich ook wel van dichtvormen als rondeel, limerick en ollekebolleke.

Uit zijn bundel ‘De badman heeft gelijk’ uit 1982 het gedicht ‘Anti-Fries.

.

Anti-Fries
.

Als Holland winters is getooid,
En wij van kou welhaast verrekken,
Blijkt Friesland dichtbevolkt met gekken,
Die ’s winters gekker zijn dan ooit.

De maffe koppen, strak gelooid,
Ontspannen plots in losser trekken
Terwijl zich rond de stuurse bekken
Een soortement van glimlach ontplooit.

In onverstaanbare gesprekken
Worden dan praatjes rondgestrooid,
Die ijdele verwachting wekken,

Totdat de goden, als het dooit,
De hoop der dwaze halzen nekken.
Nee, de elfstedentocht komt nooit!

.

Van Kooten en de Bie

$
0
0

Detlov P. van Paasen

.

In de column van Sylvia Witteman in de Volkskrant van zaterdag 13 april schrijft ze: “.. er is altijd wel wat te vinden waarbij genoeg tijd overblijft voor het scheppen van veelbelovende dichtbundels (Ruiter langs drijfzand)…”. Wanneer ik zoiets lees word ik meteen nieuwsgierig. Die titel zegt me namelijk helemaal niets. En omdat ik weet dat er nog zoveel titels zijn van dichtbundels die ik niet ken, ga ik dan op zoek; wie is de dichter? wanneer is het uitgegeven?

Wat schetst mijn verbazing als ik dan op een pagina van de (overigens geweldige website) dbnl.org terecht kom met als titel: ‘Het groot bescheurboek’ van van Kooten en de Bie uit 1986. Die pagina begint met de introductie van de Groenlandse dichter Uhughuanajoq Pilakapsak (1885-1926). Uiteraard is dit een gefingeerde dichter die is ontsproten uit de geniale breinen van van Kooten en de Bie. Dan lees ik: “Deze meest vooraanstaande dichter van het Noordelijk IJsgebied (Nobelprijs 1925), werd nog niet eerder in de Nederlandse taal vertaald. Wij vroegen vier vooraanstaande vertalers hetzelfde gedicht te vertalen.”.

Daaronder een ‘Groenlands gedicht’ in het Groenlands. Nu dacht ik dat men in Groenland Deens sprak (en dat klopt) maar er wordt ook Kalaallisut gesproken. Nu lijkt het me sterk dat dit Kalaallisut is (volgens Google translate lijkt het nog het meest op Somalisch!) en waarschijnlijk is het een hoop flauwekul. maar dan volgen er maar liefst 4 vertalingen van de meest uiteenlopende én bijzondere ‘wetenschappers’ te weten:

Peter de Munck (1938), wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Arctisch Instituut van de Rijksuniversiteit van Leiden, Wonno Bleijleven (1943),studeerde Germaanse filologie aan de Universiteit van Gent, Hans Boerema (1921), ex-conrector van het Colijnlyceum te Zwolle en tenslotte Detlov P. van Paasen (1933). Dichter. Publiceerde Pendule (1949), Ruiter langs drijfzand (1951) en De pendule in het drijfzand (1983).

Natuurlijk is dit allemaal grote flauwekul maar zo slim en creatief bedacht door van Kooten en de Bie dat ik jullie hier het gedicht van Uhughuanajoq Pilakapsak en  de vertaling van dichter Detlov P. van Paasen niet wil onthouden. Voor alle ‘vertalingen’ (die heel verschillend zijn) kun je terecht op https://www.dbnl.org/tekst/bie_003groo01_01/bie_003groo01_01_0161.php

.

Aunerit e Aungêq
.
Nuliajuk a Amingat aka kivka
Mataluk atsiaq pibloktoq
Pu lorssuaq
Inuktomajoq
Qagsse osse mausurniq
Kivkaq oe padloq
Qujanaq qujanaq kivlaq umaga
Ajorpot kisiek ajingilat
.
.
Het gesmolten ijsje
.
De zon noch de maan
krijgen hem klein.
Dat zou ook te dol zijn.
Ik ben immers
de Grote IJseter?
De snackbar staat stampvol,
mijn ijsje is gevallen.
Dank je wel. Jij bent het
die mij een nieuw ijsje doet.
En alles komt weer goed.
.
.

Het glazen olifantje

$
0
0

Absurdistische poëzie

.

Deze week kreeg ik de absurdistische vertelling ‘Twee luitenanten’ onder ogen van Stefano Keizers (pseudoniem van Gover Meit, 1987). Wie Stefano weleens gezien of gehoord heeft weet dat de term absurdistisch hier op geen enkele manier overdreven is. Stefano Keizers is cabaretier en hij won de  29e editie van het Concours om de Wim Sonneveldprijs op het Amsterdams Kleinkunst Festival. Ook creëerde hij voor zijn alter ego een biografie waaruit eens des te meer blijkt hoe absurd zijn wereld is. Zo zou hij geboren zijn in 1984 in Yaoundé in Kameroen, woonde hij in zijn jeugd in verschillende landen, was hij getrouwd met ‘zeilmeisje’ Laura Dekker en was hij directeur van een keramiekfabriek in China.

Maar terug naar ‘Twee luitenanten’. Dit boek is een soort dwarsligger op groot formaat, dat wil zeggen dat je het niet leest zoals je gewoonlijk een boek zou lezen maar over de lange kant. Het boek bestaat uit allerlei losse stukken , tekeningen, korte overpeinzingen (het hoofdstuk Orakel LXXII bijvoorbeeld bestaat uit een enkele regel: Ik wil dit hoofdstuk wel schrijven maar ik ben er te lui voor) en enkele gedichten.

Omdat dit blog over poëzie gaat wilde ik daarom uit dit boek het gedicht ‘Het glazen olifantje’ hier plaatsen omdat het zo heerlijk feitelijk nergens over gaat en daarom toch zo grappig is.

.

Het glazen olifantje

.

Het glazen olifantje liep met zijn vrienden over de prairie

Het was een koude nacht

In de prairie daalt de temperatuur na zonsondergang

Bijna net zo snel als in de woestijn

.

Het glazen olifantje liep met zijn vrienden over de randen

Zoals de rand van de lichtbak van een Chinees restaurant

Hoewel de neonletters bedoeld waren om reclame te maken

Brachten ze veel sfeer in de straat, en kleurden ze het landschap

.

Het glazen olifantje liep met zijn vrienden over luifels

Bijna alle rook die je inademt is slecht voor je

Op bijna alle meubels met een vierkante bovenzijde

Wordt weleens iets neergezet met een ronde vorm

.

Ik zou graag een keer parachutespringen

Liefst uit een vliegtuig, en liefst zonder begeleiding

Het schijnt alleen heel duur te zijn, dus ik wacht er nog maar even mee

Misschien krijgen we korting als we met een grote groep vrienden tegelijk gaan

.

Foto: Cooper Seykens voor JFK)

Ooteoote

$
0
0

Website over poëzie

.

De website http://ooteoote.nl, vernoemd naar Jan Hanlo’s legendarische klankgedicht, is een literaire website met het zwaartepunt op poëzie. Ooteoote houdt graag de vinger aan de pols van projecten waarin literatuur en andere disciplines allianties met elkaar aangaan. Zo besteden ze aandacht aan beeldende kunst, muziek, film en multimedia, waarin de literaire tekst een (hoofd)rol speelt. Tot slot fungeert Ooteoote als een podium waarop bekende schrijvers en aanstormende talenten hun gedichten, vertalingen, korte verhalen, columns, romanfragmenten, interviews, opinies en essays kunnen publiceren.

Ooteoote bevat bijdragen van onder andere Remco Ekkers, Dean Bowen, Erik Lindner, Edwin Fagel en Marije Koens. Een mooi voorbeeld van de creatieve manier waarop Ooteoote kijkt naar poëzie wordt geleverd door Vicky Francken. Zij heeft met een collage techniek een beeldgedicht gemaakt dat bestaat uit gevonden teksten, foto’s en beelden. Het beeldgedicht bestaat uit twee delen.

Het eerste deel bestaat uit een plaatje van een man met een hoed en handschoenen aan die naar ons kijkt. zijn hoofd en borst worden grotendeels aan het oog onttrokken door hangende takken van een boom. Het lijkt erop dat het waait.

Het tweede deel is in alles het tegengestelde. Het plaatje heeft strakke rechte zijkanten, waar het eerste plaatje rafelig uitgescheurd is. In plaats van een zoveel mogelijk bedekte man toont het twee vrouwen in bikini. De vrouwen springen van een rots af in het water. Niet in een ontsnappingspoging, zoals in een film of serie, maar puur voor het plezier, zoals op vakantie, onbezorgd.

Met de teksten in de foto collage wordt deze afbeelding een intrigerend beeldgedicht.

.

Man bijt hond

$
0
0

Rozalie Hirs

.

Componist en dichter Rozalie Hirs (1965) is een bijzondere stem in de Nederlandse poëzie. Haar poëzie en muziek zijn zowel lyrisch als experimenteel. Het avontuur van de luister- en leeservaring en de verbeelding staan centraal. Haar poëzie omvat zowel dichtbundels als digitale poëzie (ik schreef hierover al in oktober 2018 https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/10/09/logos/ ) interactieve gedichten die ontstaan in samenwerking met beeldend kunstenaars en grafisch ontwerpers.

Als inspiratiebronnen heeft zij vele musici maar ook een dichters als Emily Dickinson en Paul Celan. Over poëzie zegt ze: “Zolang er taal is, is poëzie even onvermijdelijk als het eigen leven. In het gunstigste geval gaan poëzie en leven gepaard met een gezonde vorm van bewustzijnsverruiming. Poëzie is het buiten de oevers treden van taal. Ik denk dat poëzie onze drang om te veranderen (in beweging te blijven) laat zien. Het ligt niet in onze aard de begrenzing van de taal (of het leven) te (kunnen) accepteren.”

In 1998 debuteerde ze met haar bundel ‘Locus’ bij uitgeverij Querido die ook haar andere vijf bundels heeft uitgegeven. Haar gedichten verschenen in verschillende (literaire) magazines en websites en haar werk werd onder andere in het Duits en het Servisch vertaald. Uit haar debuutbundel ‘Locus’ het gedicht ‘Man bites dog’.

.

Man bites dog

.

Het eerste dode dier dat

ik vond als kind

was een verkreukelde vlinder-

onder een steen.

.

Een pakje liet ik altijd ongeopend

tot mijn moeder na dagen van

waanzin het papier eraf griste en

me het cadeau toesmeet.

.

Ik heb lief en sla dood

met dezelfde warme ziel-

op mijn rug staan vele

ongeldige namen-

.

gezegd en weggeschreven door

de hete naald.

Voor iedere letter heb

ik betaald met het eiland

.

van mijn daad.

De sleutels komen met steeds langere

tussenpozen-

zij zijn opgehouden

.

met praten-

de ruit beslaat van de hitte.

Ik brand levenstraag tussen

kille muren.

.

De wrede gek

$
0
0

Maarten Biesheuvel

.

Op de website van Frank Verhallen ‘Gedicht Gedacht’ https://www.frankverhallen.nl schrift de auteur over liedjes, gedichten en cabaret. In zijn archief dat inmiddels een aantal jaren omvat, is veel moois te lezen, vaak nog voorzien van een duiding of wat extra informatie. Zo kwam ik via zijn website op het gedicht dat J.M.A. (Maarten) Biesheuvel schreef in zijn laatste bundel uit 2018 met (vooral) korte verhaaltjes ‘Verhalen uit het gekkenhuis’. Zoals wel vaker ben ik altijd weer verrast wanneer ik lees dat ook schrijvers van proza en verhalen (soms) gedichten schrijven. In het geval van Maarten Biesheuvel was dit zeker het geval. Omdat het zo’n bijna hartverscheurend en vooral heel Biesheuveliaans stuk tekst is wil ik dit graag hier delen.

.

De wrede gek

.

Ik zat in een
cel in een gekkenhuis
ik was naakt en
woog nog maar een veertje
de deur kierde een keer
ik kroop – lopen kon ik niet –
naar buiten
in de cel naast mij
bromde een gek
Godverdomme
ze hadden hem
zijn kunstbeen
afgenomen
Krukken had hij niet
behendig ving hij
een vlieg
en rukte hem
een, twee, drie, vier, vijf!
De gek rukte de vlieg vijf
poten uit, zo handig
zo wreed
toen liet hij hem
weer vliegen
en zei
Zó zak!
jij één poot
ik één poot
Verbaast het u
lezer, dat ik naar mijn
cel terug kroop
en daar op mijn brits
in snikken uitbarstte?

.

10 tips voor het schrijven van een gedicht

$
0
0

Een ‘handleiding’

.

Op zijn zeer informatieve website https://jerz.setonhill.edu/ beschrijft Dennis G. Jerz van de Amerikaanse universiteit van Settonhill (vandaar de naam van zijn website) hoe je een goed gedicht schrijft. Hiervoor heeft hij tien tips. Ik heb al vaker websites en dichters aangehaald die een soort van menu voor het schrijven van goede poëzie hadden geformuleerd maar deze wilde ik je toch niet onthouden, want Dennis G. Jerz weet waar hij het over heeft.

De tien tips voor het schrijven van een goed gedicht zijn:

  1. Ken je doel
  2. Vermijd clichés
  3. Vermijd sentimentaliteit
  4. Gebruik ‘afbeeldingen’
  5. Gebruik metaforen en simile
  6. Gebruik concrete woorden in plaats van abstracte woorden
  7. Communiceer het thema
  8. Draai het gewone om
  9. Rijm met uiterste voorzichtigheid
  10. Herzie, herzie, herzie

Omdat deze 10  tips waarschijnlijk niet helemaal meteen duidelijk zijn wil ik er kort bij stilstaan.

  1. Als je niet weet waar je heen gaat, hoe kun je daar dan komen? Weet wat je wil bereiken voor je aan een gedicht begint. Onderzoek je een persoonlijke ervaring? Wil je ergens voor of tegen protesteren? Wil je de schoonheid van iets of iemand beschrijven? Wil je met de taal spelen om de taal? Het maakt eigenlijk niet uit welk doel het is, als je maar een doel hebt.
  2. Een cliché is een woord of een combinatie van woorden die al zo vaak gebruikt zijn dat ze eigenlijk aan betekenis hebben ingeboet of deze helemaal zijn verloren. Clichés gebruiken betekent saaie betekenis. Een gedicht vol clichés is als een bord met oud voedsel: onsmakelijk.
  3. Het probleem met sentimentaliteit is dat dit afbreuk doet aan de literaire kwaliteit van je werk. Als je gedicht papperig of met tranen in de ogen is, kunnen je lezers openlijk rebelleren tegen je poging om emotionele reacties in hen op te roepen. Als dat gebeurt, zullen ze stoppen met nadenken over de problemen die je wilt aankaarten, en in plaats daarvan hun energie besteden aan het proberen hun eigen kokhalsreflex te beheersen.
  4. Gebruik afbeeldingen als in de zin van schilder met woorden een beeld. Gebruik daarbij al je zintuigen.
  5. Een metafoor is een bewering die beweert dat één ding echt iets anders is, zoals bijvoorbeeld ‘die bokser is een gladde paling waarmee bedoeld wordt dat je hem wel kan raken maar dat alles van hem afglijdt. De definitie van een metafoor is een vorm van beeldspraak, waarbij er sprake is van een impliciete (onuitgesproken) vergelijking. Een simile is een vergelijking waarbij je zegt dat een object vergelijkbaar is met een ander object. Bij similes worden woorden als ‘zoals’ of ‘als’gebruikt.
  6. Met concrete woorden als poes, rivier, glimmende ogen schets je een beeld dat de lezer begrijpt en kan plaatsen. Hij of zij kan daar verder zelf een invulling aangeven. Bij Abstracte begrippen als liefde, geluk, vrijheid en dergelijke is dat veel moeilijker. Ik  zie abstracte begrippen als containerbegrippen; je kunt er echt zoveel in kwijt dat het het gedicht alleen maar onduidelijker maakt en dus minder persoonlijk voor de lezer.
  7. Een thema is gelijk aan een idee en een mening. Een thema is niet alleen maar een gebeurtenis maar ook hoe de dichter denkt over die gebeurtenis. De dichter streeft ernaar de lezer zijn/ haar thema gedurende het hele gedicht te laten zien, met behulp van literaire technieken.
  8. Je hoeft geen speciaal of literair genie te zijn om goede gedichten te schrijven – het enige wat je hoeft te doen is een gewoon object, plaats, persoon of idee nemen en er een nieuwe perceptie van bedenken. Zo kan een oude vrouw in een bus een actieve senior worden die marathons loopt voor goede doelen.
  9. Rijmen in een gedicht is een valkuil. Rijmen is niet alleen rijmen maar ook een metrum toepassen, muzikaliteit inbouwen. En met rijmt komt rijmdwang dat het vrije van de poëzie juist in de weg kan zitten.
  10. Een gedicht is vrijwel nooit in een keer klaar. Herlees het, schaaf eraan, kijk waar je niet helemaal tevreden over bent , leg het gedicht een paar dagen weg en kijk er dan nog eens naar. Vraag mensen die kritisch kunnen kijken je gedicht te lezen. Aan een opmerking als; mooi gedicht heb je niks, goede opbouwende kritiek is veel waard en uiteindelijk ben jij degene die beslist.

Dit zijn 10 tips om tot het schrijven van goede poëzie te komen. Zelf zou ik er nog aan toe willen voegen: lees veel poëzie, dan ga je goede en minder goede poëzie vanzelf herkennen. En door poëzie te lezen ga je je eigen stem als dichter vinden. Bespreek je gedicht ook met andere dichters en ga luisteren naar voordrachten. op die manier leer je de muzikaliteit en het metrum ontdekken en beheersen.


Geen man, want geen vrouw

$
0
0

Gerrit Krol

.

Er zijn schrijvers en dichters waarvan iedereen de naam wel kent maar waarvan, bij navraag, maar weinigen ooit een boek hebben gelezen. Dat geldt ook voor mij en in het bijzonder betreft dat schrijver, essayist en dichter Gerrit Krol (1934 – 2013). Ik dacht ooit, in de jaren ’80 wel eens een pocket van hem te hebben gelezen maar kan me niet meer herinneren welke.

Op zichzelf is dat natuurlijk helemaal niet erg, je kunt nu eenmaal niet van elke schrijver of dichter een boek lezen (hoewel er ongetwijfeld mensen zijn die hiertoe pogingen doen). In het geval van Gerrit Krol kan ik in ieder geval zeggen dat ik een dichtbundel van zijn hand heb gelezen. De bundel ‘Geen man, want geen vrouw’ kwam in 2001 uit en op de achterflap schrijft Krol:

“Sinds de succesvolle ontvangst van ‘De kleur van Groningen’ voer ik het certificaat van een hoogsteigen vorm. Die stelt mij in staat bijzonder snel en makkelijk gedichten te schrijven welke bovendien onbeperkt houdbaar zijn”, en “Het zijn krachtige, ijzersterke verzen zonder ook maar één enjambement. Geschreven in de derde persoon zouden deze balladen kunnen worden genoemd. Eerder episch dan lyrisch, zijn ze uitstekend bestand tegen de vaak zo persoonlijke gevoelens van deze tijd. Absoluut onmodieus!”

Dit schrijft hij omdat hij in de jaren daarvoor krampachtig poëzie probeerde te schrijven (na in 1976 zijn tot dan toe eerste en enige dichtbundel ‘Polaroid’ te hebben gepubliceerd) en dit maar niet lukte.

Opvallend in de gedichten in deze bundel, is de manier waarop Krol zichzelf steeds tegenspreekt, verbetert, aanpast, alsof er een tweede dichter met hem mee schrijft die als een soort redacteur samen met hem het gedicht vorm geeft. De epische (verhalende) vorm wordt hierdoor versterkt. Zoals in de gedichten ‘Roodborstje’ en ‘Geen wak’.

.

Roodborstje

.

Een roodborstje dat tegen het raam tikt.
Niet tegen het raam, maar tegen het ei waarin het zit en het ei breekt in tweeën.
Niet het ei, maar het ijs dat scheurt van Groenland naar beneden.
.
Een zwarte zee, waarin witte vlakten drijven.
Geen vlakten maar bergen.
Geen ijs, maar graniet.
Nodig voor het roodborstje om zijn snaveltje te scherpen.
.
Zijn snaveltje sterker dan het ei.
.
Sterker dan Groenland.

.

Geen wak

.

Het weiland, het voorjaar, de eerste koeien.

Geen koeien, maar pinken.

Geen voorjaar, geen riet.

.

De sloot, een blauwe lucht.

Niet het water, maar het wak.

Geen wak, maar ijs dat dunner dan glas.

.

Een eend draagt.

.

Met twee maten

$
0
0

Marnix Gijssen

.

De verzamelbundel ‘Met twee maten’ uit 1956 werd in dat jaar in een oplage van maar liefst 15.000 stuks gedrukt en later in 1969 nog eens 7.500 stuks. Deze bundel ingeleid en samengesteld door Paul Rodenko, heeft als ondertitel; de kern van vijftig jaar nederlandse poëzie geïsoleerd en experimenteel gesplitst.

De bundel is dus in tweeën gedeeld, de eerste maat, zoals Rodenko het noemt, geeft een beeld van het beste, dat er de laatste halve eeuw in Nederland en Vlaanderen aan poëzie is geschreven (dus ruwweg de eerste helft van de 20ste eeuw).

De tweede maat wil een poging zijn tot reconstructie van de poëtische erfenis van de laatste halve eeuw, op basis van het contemporaine poëtische bewustzijn, dat in zijn meest geprononceerde vorm in de poëzie der experimenteren tot uitdrukking komt.

Juist naar die tweede maat ging mijn belangstelling uit, grote dichters en gedichten uit de eerste helft van de 20ste eeuw ken ik genoeg maar wat verstaat of verstond Rodenko in 1956 als experimenteel? Met de kennis en de kijk van een 21ste eeuwse lezer valt dat experimentele erg mee. Toch valt er een hoop te genieten en is duidelijk waarom dichters als Andreus, Lucebert en Claus in dit deel zijn opgenomen.

Maar ook een schrijver/dichter als Marnix Gijsen (1899-1984) staat tussen de Experimentelen. Ik ken Gijsen als schrijver maar niet zozeer als dichter en juist hij staat hier als experimenteel gerangschikt. Als je het gedicht ‘Bij een sterfbed’ leest begrijp je dit ineens beter.

.

Bij een sterfbed

.

Dat wij allen

aan dit leven

kleven

lijk een oester aan haar schelp,

lijk aan den tepel der leeuwin

de weke welp

doet dat mij dat beven?

Of is het dat oud en diep verdriet

om den dag die heengaat,

om een bron die in zand vervliet,

om Oedipus die ons blind en klagend

verlaat?

.

Gele dood, stomme dood,

elke porie wordt een wonde,

ik bloed zwijgend, langzaam uit.

Mijn zoetste ketens, vlees en geest,

hebt gij weer plots ontbonden.

Ik ben uw buit, ik ben uw buit.

.

Dichters in verzet

$
0
0

Myanmar

.

Van Ton Houtman kreeg ik afgelopen woensdagavond een tip over een dichtersgroep in Myanmar, die omwille van hun kunst gevangen waren gezet. Op de website van Amnesty International lees ik zes leden van de satirische dichtgroep ‘Peacock Generation’ celstraffen moeten uitzitten van tussen de anderhalf en tweeënhalf jaar. Ze zijn opgepakt voor een optreden waarin ze kritiek uitten op het Myanmarese leger.

De zes dichters (elders wordt van 5 dichters gesproken namelijk Kay Khine Tun, Zayar Lwin, Paing Pyo Min, Paing Ye Thu en Zaw Lin Htut) werden in april en mei 2019 opgepakt nadat ze Thangyat hadden opgevoerd. Thangyat is een traditionele en gerespecteerde kunstvorm, verwant aan slam poëzie, in Myanmar waarin dichtkunst, komedie en muziek samenkomen. De dichters droegen tijdens hun optreden uniformen en uitten kritiek op het leger. Het is absurd om hun optreden te zien als een gevaar voor het Myanmarese leger. Toch werden de Peacock-leden in oktober en november veroordeeld voor onder meer het aanzetten tot muiterij van soldaten. Ze riskeren nog een extra celstraf van twee jaar voor ‘online laster’ omdat ze een video van hun optreden op Facebook plaatsten. Voor dit laatste ‘vergrijp’ blijkt het zesde lid, Su Yadanar Myint, aangeklaagd te zijn.

Hieronder kun je op een YouTube filmpje bekijken hoe een Thangyat uitvoering eruit ziet en klinkt. De introductie duurt ongeveer 18 seconden gevolgd door een Peacock Generation thangyat-uitvoering, vol ritme en call-and-response zang. Bron: Radio Free Asia

Wil je protesteren tegen deze veroordeling dan kan dat via de website van Amnesty International https://www.amnesty.nl/acties/schrijfactie-myanmar-dichters-achter-de-tralies

.

Visuele gedichten

$
0
0

Freda Kamphuis

.

Bij De Slegte in Antwerpen kwam ik de bundel ‘Titel’ van Freda Kamphuis (1965) tegen en ik werd daar heel vrolijk van. ‘Titel’ uit 2014 is de tweede bundel van Freda Kamphuis die bij uitgeverij Voetnoot verscheen als 20ste deel in de reeks ‘Eigentijdse Poëzie’. De bundel bevat naast een aantal Haiku’s (Een dichtvorm van drie regels van vijf, zeven en vijf lettergrepen, en die traditioneel naar een jaargetijde verwijst) vooral een aantal bijzondere visuele gedichten waar ik vrolijk van werd. In de hedendaagse poëzie is het visuele gedicht, in de traditie van Paul van Ostaijen, steeds minder aanwezig. Alle reden voor mij om hier stil te staan bij de visuele gedichten van Kamphuis.

Freda Kamphuis verweeft poëzie en grafisch ontwerp in haar visuele gedichten op een verrassende manier waarbij ze de zeggingskracht van woord en beeld verkend en onderzoekt. Op haar blog http://freda-s-blog.blogspot.com is, naast de twee voorbeelden die ik hier plaats, nog veel meer over haar werk en haar poëzie te lezen.

.

L=A=N=G=U=A=G=E

$
0
0

Taaldichters

.

De ‘Language School of Poetry’ begon in de jaren zeventig als reactie op traditionele Amerikaanse poëzie.  In navolging van bewegingen als de ‘Black Mountain’ en ‘New York Schools’, was het de bedoeling van ‘The Language School of Poetry’ om de nadruk te leggen op de taal van het gedicht en om een ​​nieuwe manier te creëren voor de lezer om met het werk om te gaan. Taalpoëzie wordt ook geassocieerd met linkse politiek en was ook verbonden aan diverse literaire tijdschriften gepubliceerd in de jaren ’70, met inbegrip van ‘This’ en ‘L = A = N = G = U = A = G = E’.

Tussen februari 1978 en oktober 1981 werden dertien edities van het avant-gardistische poëzietijdschrift ‘L = A = N = G = U = A = G = E’ uitgegeven door Charles Bernstein en Bruce Andrews. Samen met het Canadese magazineThis is dit de tijdschrift waarnaar vaak wordt verwezen als broedplaats voor de groep schrijvers die bekend werden als ‘The Language Poets’ of ‘de taaldichters’. Alle edities zijn gedigitaliseerd en te lezen op http://english.utah.edu/eclipse/projects/LANGUAGE/language.html

Belangrijke aspecten van taalpoëzie zijn onder meer het idee dat taal betekenis dicteert in plaats van andersom. Taalpoëzie probeert ook de lezer bij de tekst te betrekken, waarbij belang wordt gehecht aan de deelname van lezers aan de constructie van betekenis. Door poëtische taal te doorbreken, eist de dichter van de lezer dat hij een nieuwe manier vindt om de tekst te benaderen.

Een van de dichters die in ‘L = A = N = G = U = A = G = E’ heeft gepubliceerd is Robert Grenier (1941). Hij is één van de dichters die is verbonden is aan de ‘Language School of Poetry’ . Hij was medeoprichter (met Barrett Watten ) van het invloedrijke tijdschrift  ‘This’(1971–1974). ‘This’ was samen met ‘L = A = N = G = U = A = G = E’ een keerpunt in de geschiedenis van recente Amerikaanse poëzie en was een van de eerste samenwerkingsverbanden in druk van verschillende schrijvers, kunstenaars en dichters die nu worden aangeduid (of losjes genoemd) als de ‘Taaldichters’.

Greniers recente ‘boeken’ worden op verschillende manieren beschreven als folio’s van haiku-achtige inscripties of transcripties. Curtis Faville stelt dat Grenier “een nieuwe hybride vorm heeft voortgebracht – noch” poëzie “noch grafische kunst – die woorden (letters) behandelt als een letterlijke vorm visueel ontwerp, waarbij “leesbaarheid” aan de rand van ongerustheid zweeft “. Voor voorbeelden van zijn actuele poëzie kun je hier terecht: http://writing.upenn.edu/pennsound/x/Grenier.php

In ‘L = A = N = G = U = A = G = E’ verscheen destijds het volgende gedicht van Grenier.

.

Tegenwoordig maakt Robert Grenier vooral ‘Language Objects’ vier-kleurige tekening-gedichten. Hier een voorbeeld getiteld ‘Evening will come’.

.

 

Viewing all 92 articles
Browse latest View live




Latest Images